Denk je bij een vakantie naar Mallorca meteen aan drukke boulevards en feestende jongeren in El Arenal? Dan is het tijd om het eiland opnieuw te ontdekken. Want achter het imago van zon, zee en feest schuilt een totaal andere wereld: ruige berglandschappen, stille dorpjes, verborgen stranden en kleinschalige finca’s waar de tijd stil lijkt te staan. Een vakantie mallorca kan verrassend stijlvol en ontspannen zijn, als je weet waar je moet zijn.
Serra de Tramuntana: wandelen boven de wolken
Aan de westzijde van het eiland rijst de imposante Serra de Tramuntana op: een bergketen die zich uitstrekt van Andratx tot Cap de Formentor. Dit gebied staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst, en terecht. Denk aan eeuwenoude olijfbomen, muilezelpaden, terrassen tegen de bergwand en uitzichten die je adem benemen.
Wandelroutes zoals de GR221 – ook wel de ‘Droge Steen Route’ – leiden je door dorpen als Valldemossa, Deià en Sóller. In de vroege ochtend dwaal je hier vrijwel alleen over bergpaden met uitzicht op de Middellandse Zee. Vergeet niet te stoppen voor een koffie in een schaduwrijke patio of om sinaasappels te proeven uit de vallei van Sóller.
Baaien die je niet op Instagram vindt
Wie op zoek is naar rustige stranden moet verder kijken dan de bekende namen. Aan de zuidoostkust liggen baaien als Cala s’Almunia, Calo des Moro en Cala Llombards – kleine pareltjes tussen de rotsen, met turkoois water en weinig voorzieningen. En dat is precies de charme.
Voor een iets toegankelijkere maar nog steeds rustige ervaring is Es Trenc een aanrader: een lang, ongerept strand met duinen in plaats van resorts, en een ontspannen sfeer. Hier kom je voor stilte, ruimte en het geluid van de zee.
Palma: stijl, kunst en slow food
Ook de hoofdstad Palma verdient aandacht, al is het maar voor een dag. Deze stad combineert modern design met gotische grandeur. Bezoek de kathedraal La Seu, slenter door de Arabische wijk en ontdek galeries, boetiekjes en koffiebars in Santa Catalina of de wijk Sa Gerreria.
Lunchen doe je op z’n Spaans met een lokale pa amb oli of een frisse ensaladilla. Of duik de overdekte markt van Santa Catalina in, waar je tapas en lokale wijn proeft tussen de locals. Palma is geen stad om af te vinken, maar om je in te verliezen.
Slaap als een local: finca’s en boutique hideaways
Wie Mallorca écht wil ervaren, overnacht niet in een groot resort. Verspreid over het eiland liggen finca’s: oude landhuizen omgebouwd tot sfeervolle verblijven. Denk aan kamers met houten balken, uitzicht op wijngaarden, een eigen zwembadje en stilte. Veel van deze accommodaties zijn adults-only, wat zorgt voor extra rust.
Een aanrader is logeren in het binnenland rond de dorpen Alaró of Sineu, waar je ’s ochtends wakker wordt met uitzicht op amandelbomen en ’s avonds dineert met huisgemaakte gerechten.
Proef het eiland – letterlijk
De Mallorcaanse keuken is puur en eerlijk. In plaats van toeristische tapas vind je hier sobrasada (pittige worst), tumbet (groentestoof) en arròs brut (kruidige rijst met vlees of wild). Combineer dat met een lokaal glas wijn uit Binissalem en je begrijpt: ook culinair is Mallorca volwassen geworden.
Een tip: reserveer een tafeltje bij Ca Na Toneta in Caimari – gerund door twee zussen, met uitsluitend lokale ingrediënten en een menu dat per dag wisselt.
Reizen op het juiste moment
Het mooiste Mallorca ontdek je buiten het hoogseizoen. In het voorjaar (april–juni) staan de velden vol bloemen, is de temperatuur mild en zijn de wandelroutes nog stil. September en oktober zijn ideaal voor wie houdt van nazomeren zonder drukte. Zelfs de zee is dan nog warm genoeg voor een duik.
Wie zich openstelt voor het andere Mallorca, wordt beloond. Het eiland nodigt uit tot vertragen, verdwalen en verwonderen. Niet schreeuwerig, niet schijnbaar spectaculair – maar juist mooi in zijn eenvoud. En precies dat maakt een vakantie naar Mallorca onvergetelijk.