35 kilometer van de kust van Tanzania ligt in de Indische Oceaan het eiland Zanzibar. Het staat bekend om de witte zandstranden met palmbomen, oerbossen en koraalriffen. Het is voor veel toeristen een geliefde tropische bestemming.
Aanvankelijk werd het eiland bewoond door de Hadimu- en Tumbatustammen die hier vanuit Afrika waren gekomen. In de 10e eeuw ontdekten Perzische kooplui het eiland. Zij kwamen hier terecht toen zij door de Indische Oceaan voeren. Zij hadden de passaatwinden nodig om weer terug naar huis te kunnen varen. Aangezien dit lange tijd duurde, bleven ze lange tijd op het eiland en besloten ze een permanente nederzetting op Zanzibar te stichten. Al snel werd het eiland een handelscentrum. Arabieren, Indiërs, Chineze, Portugezen, Nederlanders en Britten kwamen langs en lieten hun sporen achter op het eiland.
Perzen uit Shiraz en Osmanen vestigden zich op het eiland en bestuurden het sultanaat. Dat is ook de reden waarom er op Zanzibar een sterke Arabische invloed zichtbaar is. Het centrum van de oude stad is nauwelijks verandert. Er zijn hier moskeeën, drukke bazaars en grote Arabische huizen met prachtige houten deuren te zien. Met het gekleurde glaswerk en de decoratieve balkons van veel gebouwen is ook de Indische cultuur ook zichtbaar. De Britten hebben koloniale huizen achter gelaten, maar bijster speciaal zijn deze niet.
De visvangst speelt nog een grote rol op gebied van economie en er worden specerijen, cacao en kokos geëxporteerd. Maar toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten voor Zanzibar. Zij komen af op de vele mooie witte stranden. Toch heeft het eiland naast de stranden en de architectuur meer te bieden. Er leven rode en blauwe franjeapen, breedstaarteekhoorns, zonne-eekhoorns en er zijn ruim 200 vogelsoorten. Ook is er een goede kans om schildpadden te spotten, waaronder de groene zeeschildpad en karetschildpad. Zij leggen hun eieren op de stranden bij de vuurtoren van Ras Ngunwi. In het water leven walvissen, bultruggen, walvissen en tuimelaars.
Land