Waarom Curaçao méér is dan alleen strand, ontdek cultuur, food en geheime baaien

Willemstad is het kloppend hart van het eiland, met de iconische Handelskade als symbool. De koloniale architectuur, de drijvende Koningin Emmabrug en de felgekleurde gevels geven het centrum een Caribische charme die nergens anders te vinden is. Maar het echte leven speelt zich af in de wijken eromheen. In Otrobanda en Pietermaai vind je street art, kleine musea, lokale koffiebars en restaurants waar bewoners en bezoekers samenkomen. Het is een stad met lagen, van slavernijgeschiedenis tot moderne creativiteit.

Wie graag de rust opzoekt hoeft niet ver te rijden. Aan de westkant van het eiland liggen de mooiste baaien, vaak zonder strandbedjes of beachclubs. Playa Lagun is een smalle inham met rotsen aan weerszijden, waar je met een beetje geluk tussen de schildpadden zwemt. Cas Abao is breder en toegankelijker, maar nog steeds ontspannen en omringd door natuur. En dan is er nog Kleine Knip, favoriet bij locals, met kraampjes waar je gegrilde kip of pastechi koopt voor een paar gulden.

Voor snorkelaars is Curaçao een paradijs. In tegenstelling tot andere eilanden hoef je hier geen boottocht te maken. Je loopt het water in en zit meteen boven het rif. Vooral Playa Porto Mari en Tugboat Beach zijn populair. Op die laatste snorkel je rond een gezonken boot die nu dienstdoet als visverblijf.

Ook de accommodatiekeuze draagt bij aan de beleving. In plaats van kiezen voor een groot resort kun je verblijven in een boutique hotel of appartement in de wijk Pietermaai. Scuba Lodge is een bekende naam, maar er zijn ook kleinschalige adresjes zoals Terra Boutique of een villa in Westpunt met uitzicht op zee. Hier ervaar je het eiland op je eigen tempo, met de vrijheid om zelf op pad te gaan.

Curaçao verrast ook op culinair gebied. In de overdekte markt van Plasa Bieu eet je tussen kantoorwerkers een stevige lunch: stoba (stoofpot), funchi (maismeel) of geitenvlees. Aan zee zijn er restaurants als Karakter of Koraal, waar je dineert met uitzicht op de ondergaande zon. Vergeet ook niet een batido te halen langs de weg, een ijskoude smoothie van vers fruit, gecondenseerde melk en schaafijs. Simpel en heerlijk.

Wil je het binnenland in? Bezoek dan het Christoffelpark, waar je vroeg in de ochtend de hoogste top van het eiland kunt beklimmen. Geen zware hike, maar wel een mooi uitzicht als beloning. Onderweg zie je cactussen, hagedissen en met wat geluk zelfs een hert. Ook interessant zijn de Hato-grotten, met hun stalactieten, vleermuizen en rotswanden vol rotstekeningen.

Curaçao laat zich het best beleven buiten het orkaanseizoen. De droge periode van januari tot juni is perfect voor wie verzekerd wil zijn van zon, maar ook september tot november is aangenaam rustig. Een huurauto is aan te raden, niet alleen om afgelegen stranden te bereiken, maar ook om zelf de vrijheid te hebben om af te wijken van het bekende spoor.

Wie kiest voor Curaçao kiest voor meer dan zon. Het is een eiland met verhalen, contrasten en karakter. Je kunt er dagenlang ontspannen aan zee, maar ook verdwalen in straatjes vol kleur, gesprekken voeren met bewoners en zelf bepalen hoeveel je wilt ontdekken. En juist dat maakt Curaçao zo bijzonder.