Het water vol mineralen uit de bronnen van Pamukkale is een populaire plek. Tegenwoordig komen honderden toeristen per dag hierheen om zich te vergapen aan de witte terrassen en te zwemmen in de minerale baden. Maar ook vroeger was deze magische plek al populair en zochten de mensen de thermale bronnen van Pamukkale op.
Aan het einde van de 2e eeuw voor Christus vestigde de dynastie van de Attaliden, de koningen van Pergamon, zich bij de warme baden van Hiërapolis. Koning van Pergamon, Eumenes II, stichtte de stad. In 129 voor Christus kregen de Romeinen volledige zeggenschap over de stad en groeide het uit tot een welvarende kosmopolitische stad waar Anatoliërs, Grieken, Macedoniërs, Romeinen en Joden naast elkaar woonden. De omgeving was rijk aan marmer van goede kwaliteit en dit was een belangrijke bron van inkomsten. Het marmer is zelfs gebruikt in de Hagia Sophia in Istanbul. Hiërapolis stond ook bekend om haar weefsels, met name wol. De wol werd gewassen en geverfd in de terrassen van Pammukale. Een aardbeving verwoestte de stad in 60 n.C., maar werd vervolgens herbouwd. De bloeitijd van Hiërapolis lag tussen 196 en 215. Filippus bekeerde de stad volgens christelijke traditie. Met de komst van het christendom heeft de stad nog een bisschopszetel gehad. Ook werd er een basiliek gebouwd, de Octagon. In de 6e eeuw raakte de stad in verval en kwam het deels onder water te liggen. Een verwoestende aardbeving in 1354 betekende het einde van Hiërapolis.
Gelukkig herinneren de ruïnes ons nog aan de bloeitijd van de oude stad. Onder meer een Romeins badhuis, theater, de basiliek, palaestra en de monumentale poort zijn deels bewaard gebleven. In 1988 voegde de UNESCO zowel Hiërapolis als Pamukkale toe aan de Werelderfgoedlijst.
Land