De Sint-Benedictusabdij is een cisterciënzerabdij. Velen kennen de abdij ook als de Achelse kluis. De abdij ligt deels op Nederlands en deels op Belgisch grondgebied. Officieel het de abdij Onze-Lieve-Vrouwen-van_la-Trappe-van-de-Heilige-Benedictus. Het staat ook bekend vanwege het trappistenbier Achel dat hier sinds 1998 wordt gebrouwen.
De geschiedenis van de Achelse Kluis gaat terug naar 1656 toen er een grenskapel werd gebouwd. De kapel bood de Katholieken uit Valkenswaard en Schaft een verblijfplaats om de katholieke eredienst te blijden. Dit was na het verdrag van Münster namelijk verboden in Nederland tussen 1648 en 1672. De kapel werd in 1686 gekocht door Petrus van Eijnatten, de latere burgermeester van Eindhoven. Hij stichtte op deze plek een gemeenschap voor kluizenaars. Deze mensen gingen hier in eenzaamheid wonen om het christen-zijn dieper te beleven. Zo werd de Achelse Kluis een centrum voor gebed, beschouwing en geestelijk leven. Er werd in de 18e eeuw een kluis gebouwd, er werd een wasblekerij geëxploiteerd en er werd opvang gegeven aan zwakzinnigen. Ook was er onderwijs voor de bewoners in de omgeving. Tijdens de Franse Revolutie moesten de broeders hun klooster verlaten en raakten de gebouwen in verval. In 1846 werden de tradities weer opgepakt door de Trappistenmonniken van de abdij van Westmalle. Zij stichtten hier een priorij. De gemeenschap groeide gestaag.
In de abdij vonden ook vele economische activiteiten plaats. Zo was er een washuis, schoen- en zadelmakerij, binderij, drukkerij, foto-atelier, wagenmakerij, smederij, koperslagerij, bakkerij, timmerwerkplaats en er werden brandspuiten gemaakt. Ook maakte men kaas en was er een thuyakwekerij. Nadat Rome de priorij tot abdij had verheven werd de uitstraling alleen maar groter. De abdijkerk werd in 1885 ontworpen door de Nederlandse architect Pierre Cuypers.
Al sinds 1850 was er een mouterij en bierbrouwerij dat bekend stond als ‘het paters vaasje’. Deze brouwerij stopte in de Eerste Wereldoorlog toen de Duitsers de brouwketels lieten weghalen. De ketels werden omgesmolten tot munitie. In 1998 werd het bier brouwen weer hervat. Men begon met het brouwen van de Achel 5, een blonde ale met een alcoolpercentage van 5%. Hier bier was bedoeld voor dagjesmensen die de bossen rondom de Achelse Kluis bezoeken. Voor een trappist werd de trappist door bierkenners echter mager ontvangen. Een jaar later werd de Achel 7 gebrouwen, maar ook deze werd niet warm onthaald. De eerste positieve reacties kwamen pas in 2001 toen de Achel 8 werd ontvangen. Tegenwoordig worden hier 6 verschillende bieren gebrouwen.
Het bier kan worden gedronken op bij de herberg. Deze zijn te vinden in de voormalige stallen. Hier is een zonneterras en ruime zalen waar je tevens de ketels kunt zien. Er is een expositie te bezichtigen en er is een winkeltje waar je naast de lokale producten ook een ruime keuze hebt uit bier. De kerk en de klooster zijn niet meer te bezichtigen.
Reacties (1)
Als Belg en bierliefhebber durf ik gerust zeggen dat de Achelse blonde één van de lekkerste trappisten is die je hier kan vinden. Moet er dringend eens naartoe in plaats van hem thuis op de bank te degusteren 🙂