Nabij de Achelse Kluis is een reconstructie te vinden van de ‘Doodendraad’. Deze elektrische draadsversperring werd aangelegd in de zomer van 1916 door de Duitsers en verhinderde alle ongewenste verkeer tussen het bezette België en het neutrale Nederland.
De Duitsers hadden in 1914 al problemen met personen die van België naar Nederland wilden vluchten. Sommigen wilden als vrijwilliger voor het Belgische leger aanmelden, anderen spioneerden voor de intergeallieerde inlichtingsdiensten. Ook waren er gedreven smokkelaars die steeds de grens wilden passeren en brievensmokkelaars die brieven naar Nederland brachten vanwaar ze via Groot-Brittannië werden verstuurd. Daarnaast waren er burgers die het ondraaglijk vonden dat België bezet werd. De Duitsers grepen in en in 1915 werd een elektrische draadsversperring aangelegd ten zuiden van de gemeenten Hamont en Achel. Hierdoor bevonden de dorpen zich in niemandsland. Daardoor was deze plek ideaal voor smokkel en verzetsactiviteiten. In de zomer 1916 werd daar definitief een einde aan gemaakt.
Verschillende drama’s speelden hier zich af. Historisch onderzoek wijst uit dat er 61 dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Met name in 1917 vielen de meeste slachtoffers. In memoires van Peter van Lent wordt vermeld dat op 13 maart 1917 de soldaat Adrian Beckmann ‘bij ons klooster werd dood geslagen door den electrischen draad’. Hij werd begraven op het kerkhof van Achel. Ook zijn er talloze Duitse militairen omgekomen. De meesten daarvan waren deserteurs voor wie de vlucht fataal werd. Een andere groep vluchtelingen bestond meestal uit jongere oorlogsvrijwilligers die zich uit patriottisme bij het Belgische leger aan de IJzer wilden voegen.
Bij de Achelse Kluis kunnen bezoekers een belevenistocht maken van 8,8 kilometer langs de grens tot aan de Ezel, een oude grensovergang tussen Hamont en Budel.
Nog geen reacties