Reistips voor Quedlinburg

Ten noordoosten van de Harz is de middelgrote stad Quedlinburg gelegen. Het is een oude stad, want de eerste vermelding van Quedlinburg stamt al uit 2 april 922. De Oost-Frankische koning Heinrich I had hier zijn favoriete palts, waar hij Pasen vierde. In deze palts hoorde hij dat hij koning van Duitsland zou worden. Na zijn dood in 936 werd hij begraven in zijn palts op de Schlossberg. Zijn weduwe Mathilde stichtte hier samen met zijn zoon Otto I een vrouwenabdij. Mathilde bleef tot haar dood in de abdij van Quedlinburg en werd hier ook begraven. In 994 kreeg de stad marktrechten en groeide de stad snel, ook vanwege de tolvrijheid die de handelaren van Quedlinburg hadden. In de 12e eeuw werd buiten de stadsmuren de Neustadt aangelegd, met een geometrisch stratenpatroon. Deze stad ging in 1330 met het het oude gedeelte op en werd omringd door een nieuwe stadsmuur.

Tijdens Nazi-Duitsland werd de geschiedenis van de stad door Heinrich Himmler aangegrepen voor propaganda. Het overlijden van Heinrich I werd op 2 juli 1936 grootschalig herdacht en de plechtigheden werden herhaald. In 1937 werd Heinrich I ceremonieel herbegraven, maar later bleek dat de beenderen werden vervalst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontkwam Quedlinburg aan zware bombardementen. Alleen de St. Servatii kerk raakte beschadigd bij artilleriebeschietingen.

Na de Tweede Wereldoorlog, toen Duitsland in tweeën werd gedeeld, raakte Quedlinburg ernstig in verval. Het was dat er gebrek was aan geld, anders zouden grote delen van de stad afgebroken worden. Gelukkig kwam het niet zo ver, want na de hereniging werd de stad grondig gerestaureerd. De stad werd daarmee in 1994 opgenomen op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Dit heeft Quedlinburg te danken aan de geschiedenis van de koningsstad, het middeleeuwse stratenplan, het grote aantal vakwerkhuizen en de stiftskerk. Het historisch centrum van de stad is bijna volledig bewaard gebleven en bezoekers kunnen hier kennis maken met de veelbewogen geschiedenis. In het historisch centrum staan ruim 1300 vakwerkhuizen, gebouwd tussen een periode van voor 1530 en tot de 20e eeuw. De stadsmuur is in grote delen nog bewaard gebleven, maar de vier stadspoorten zijn verloren gegaan.

In de winterperiode verandert de stad in een sfeervol sprookjeswereld waar Advent groots wordt gevierd. Historische binnenplaatsen openen hun deuren en kostbaarheden en curiositeiten worden tentoon gespreid. Deuren van de vakwerkhuizen worden geopend, poppen en kruidenierswinkels zijn prachtig versierd en feestelijke muziek komt uit de kerken.