Oostpoort

Rond 1400 werd er een stadsmuur in Delft gebouwd. De versterkte muur had acht stadspoorten. Delft kon alleen worden betreden door deze stadspoorten. De poorten werden op strategische plaatsen gekozen zodat het verkeer goed kon doorstromen. ’s Avonds werden de poorten gesloten. Vanuit de muurtorens hield men altijd in de gaten of er vijanden in de buurt waren. De stadsmuren werden in de 16e eeuw verhoogd. Willem van Oranje koos in 1572 vanwege deze hoge stadsmuren, stadspoorten, grachten en wallen om in Delft te wonen.

De stadsmuur werd uiteindelijk gesloopt en er is bijna niets meer over van de muur en de poorten. De enige overgebleven stadspoort is de Oostpoort. Deze stond ook wel bekend als de Sint-Catherijnepoort. De Oostpoort had in het begin twee ronde torens, maar kreeg in 1514 kregen de torens achthoekige verdiepingen met nissen en hoge spitsen. Via een trap konden de verdiepingen bereikt worden. De Oostpoort bestond uit een landpoort en een waterpoort die aan de stadsmuur waren verbonden. De ijzeren ophaalbrug dateert van 1903, hoewel er ook delen van de brug van 1867 werden hergebruikt.

Aan de noordzijde van de Oostpoort is nog een deel van de vestigingsmuur te zien. In de jaren ’60 werd de poort gerestaureerd en wordt het momenteel gebruikt als woning en expositieruimte.

Boek een hotel in Delft

Booking.com