Mémorial aux victimes du 23 août 1914

Honderd jaar na de vreselijke gebeurtenissen op 23 augustus, is er naast de klooster van de Kapucines een monument geplaatst om de slachtoffers te herdenken het Mémorial aux victimes du 23 août 1914.

Op 15 augustus 1914 levert de voorhoede van het 111e Saksische leger een verwoed gevecht tegen de Fransen op de linkeroever van Dinant. Op zondag 23 augustus plegen de Duitsers de gruwelijkste gewelddaden tegen de burgerbevolking en worden de meeste gebouwen van Dinant vernield. Een tiende deel van de bevolking wordt uitgemoord en tweederde van het erfgoed wordt vernield. Deze dag woedt er de hele dag een heftig artilleriegevecht en wordt er voortdurend geschoten tussen de Fransen en Duitsers. Omdat de Duitsers verliezen lijden tegen de Franse eenheden, zinspeelt het Saksische leger op wraak. De eerste massamoord is recht tegenover de abdij van Leffe. Er worden hier 43 mensen vermoord. In de namiddag neemt het 101 sterregiment grenadiers stelling in de wijk Penant. De bewoners worden naar buiten gedreven en vlakbij de Bayard-rots samengebracht. Tussen 16:00 en 17:00 zijn er executies tegen de muur van Laurent en in de Ruw des Tanneurs waarbij 26 mensen omkomen. Daarna volgens er nog slachtpartijen bij de abdij van Leffe (31 doden), tegen de muur van Tschoffen (107 doden), bij het aquaduct van Neffe (23 doden), tegen de muur van Bourdon (77 doden) en bij de smederij Bouille (19 doden). In totaal komen vallen er 674 onschuldige burgers om het leven. Bij het vallen van de avond scheiden de Duitsers de mannen en de vrouwen. 416 burgers en een tal van Franse soldaten worden gedeporteerd naar Kassel. In de dagen die volgen worden nog meer burgers terecht gesteld en worden stelselmatig huizen in brand gestoken.

Om deze vreselijke gebeurtenissen niet te vergeten is het monument geplaatst. De namen van de slachtoffers zijn in het monument verwerkt. Doordat je door het monument kunt lopen, valt het licht naar binnen en zijn de namen van de slachtoffers te lezen. Het monument werd op 23 augustus 2014 in het bijzijn van de koning en autoriteiten onthuld.