Het monument Gedenkstätte für Oktoberopfer herinnert aan de slachtoffer die vielen tijdens ‘Blutsonntag’ op 27 oktober 1923. De Ruhrbezetting, een conflict tussen het Duitse Rijk en de Belgische en Franse regering, was één van de grootste problemen in het crisisjaar van Duitsland. Door het Verdrag van Versailles van 1919 moest de Weimarrepubliek verplicht herstelbetalingen aan de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog doen. Door vertragingen bij de leveringen viel het Franse leger meerdere malen onbezet gebied binnen. Het Ruhrgebied werd bezet door Franse troepen met de eis dat de herstelbetalingen werden betaald.
Nadat het Duitse Rijk in steeds verdere economische problemen terecht kwam, werd er betaald in natura. Maar ook de leveringen van staal, hout en kolen kende vertragingen waarna de Franse premier Poincaré op 11 januari 1923 bevel gaf tot een invasie. Hij wilde het centrum van de Duitse steenkool- staal- en ijzerproductie bezetten. In Sachsen, waar Erich Zeigner de premier was, werd een noodtoestand van kracht. Op de bewuste 27 oktober patrouilleerden soldaten van het leger door de stad. Spontaan hadden zich honderden mensen zich verzameld bij het Postplatz om te demonstreren tegen de aanwezigheid van de soldaten. De menigte wachtte bij het postkantoor aan de Postplatz op de soldaten. Om de soldaten te helpen kwam de Reichwehr met 20 man sterk en zij schoten op de menigte met machinegeweren. Er vielen 27 doden, waaronder één kind en er waren 62 gewonden. Bij de begrafenis werd de Postplatz omgedoopt tot Platz der Oktoberopfer en werd er het monument voor de slachtoffers geplaatst.
Op de Gedenkstätte für Oktoberopfer staan de namen van alle slachtoffers.
Nog geen reacties