De tijd gaat terug naar een periode waarin ik nog een klein mannetje was. Een tijd waarin Duitsland nog verdeeld was en we met enige regelmaat naar een klein plaatsje in het Erzgebirge reden. Dit kleine plaatsje heet Friedebach nabij Sayda. Velen van jullie zullen nooit van dit dorp hebben gehoord. Geheel gek is dat ook niet. Friedebach is maar een klein dorp, telt hooguit 500 inwoners en kent niet echt bezienswaardigheden. Toch bestaat het dorp al ruim 800 jaar en geniet het enige bekendheid vanwege haar boorpijp op basis van waterkracht. Deze boorpijp werd in 1864 gebouwd en is de enige boorpijp in Europa die op basis van waterkracht werkt.
Waarom bezochten we dit dorp zo vaak? Simpel, de ouders van mijn oma woonden hier nog toen ik jong was. Mijn oma zelf woonde tot aan de val van de Muur in Dresden, wat op een klein uur rijden van Friedebach af ligt. Haar ouders woonden in een mooi traditioneel vakwerkhuis, zoals je ze vrijwel overal ziet in dit gebied. Het huis had een gedeelte om te wonen en het andere deel was een stal. Bijzonder aan het huis was dat er door de ruimte in het huis stromend water liep. In het water stonden de melkkannen, zodat deze koel bleven. In de woonkamer stond een grote groene kacheloven. Alles werd gestookt met bruinkool, wat veel DDR-burgers gebruikten. Omdat de winters soms behoorlijk streng konden zijn, moest er ook veel gestookt worden. De bezoekjes die we hadden tijdens de tweedeling van Duitsland kan ik me nauwelijks voor de geest halen, daarvoor was ik echt te jong. Maar ik weet bijvoorbeeld dat mijn overgrootoma altijd langs de kachel zat en dat mijn overgrootopa altijd in de tuinkassen aan het werk was. En ik weet nog dat ik er maar al te graag heen ging.
Nadat mijn oma naar het westen van Duitsland verhuisde, werden de tripjes naar het oosten van Duitsland minder. Maar toch zijn we nog regelmatig naar het oosten gegaan en verbleven we vaak enkele dagen in Friedebach. En wat hebben we er veel lol gehad en beleefd. Samen met mijn zus hadden we onze ‘geheime’ plek bij de oude brug. De brug was oorspronkelijk het traject van een stoomlocomotief die van Mulda naar Sayda reed, een traject van ruim 15 kilometer. We verzamelden kastanjes en deden verstoppertje in de tuinkassen terwijl overgrootopa altijd in zijn kantoor zijn pijp ging roken. In de kassen stond nog een oude steenkooloven, zoals veel mensen ten tijde van de DDR hadden. Een groot apparaat. Ook interessant was de wc in huis. Een houten bankje met een gat erin. Volgens mij deed ik altijd mijn behoefte buiten, omdat ik altijd bang was erin te vallen. In de wintermaanden kon het enorm koud zijn en het huis was niet goed geïsoleerd, dus mijn zus en ik kregen een partij dikke dekens over ons heen, zodat we ons nauwelijks nog konden bewegen. ’s Avonds aten we, gezamenlijk met de ooms en tantes, ‘Abendbrot’. Eigenlijk was het een hele fijne en gezellige tijd.
In 1996, toen mijn overgrootopa nog leefde, ben ik samen met mijn oom en oma naar Friedebach gereden. Van mijn moeder mocht ik de videocamera meenemen, dus ik heb enkele fraaie plaatjes weten te schieten. Mijn overgrootopa nog steeds hard werkend, het prachtige huis en de gezellige avonden. Mijn eerste ritje in een Trabant met mijn Duitse oom. Unieke beelden om terug te zien. Het zou de laatste keer zijn dat ik mijn overgrootopa zou zien, enkele jaren later stierf hij en bleef het huis in Friedebach leeg.
Het is 2009 en ik ben met een afstudeerproject bezig voor mijn opleiding. Het doel is om de mensen op een interactieve manier kennis te laten maken met de DDR en het beeld dat ik had in mijn jeugdjaren. De DDR was namelijk meer dan alleen maar de Berlijnse Muur en ontevreden mensen. Op het programma staan bezoekjes aan Berlijn, Dresden, Friedebach en Leipzig. Nadat we in Berlijn en Dresden het juiste beeldmateriaal hebben geschoten, rijden we door naar Friedebach. We rijden door de mooie groene, heuvelachtige omgeving langs mooie vakwerkhuizen. Voor enkele huizen staat nog een Trabant. Het lijkt op sommige plekken alsof de tijd heeft stil heeft gestaan. Vervolgens rijden we langs het hotel waar mijn oom in 1996 heeft geslapen. Lekker koffie drinken denken we, maar het hotel is vervallen en verlaten. Even later geeft de TomTom aan dat we moeten afslaan. Dit moet dé afslag zijn naar het huis. Nadat we een kleine heuvel af rijden doemt daar het grote witte huis voor me op. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het een spannend moment vind. Wanneer ik de auto voor het huis parkeer en uitstap bekijk ik het huis eens. Het ziet er niet best uit. Aan de zijkanten is het behoorlijk vervallen, de fraaie witte kleur is weg, de verf is afgebladderd en enkele ramen zijn kapot. Er moet al jaren niets meer aan het huis gedaan zijn. Naar binnen kijken heeft geen nut door de vieze ramen en naar binnen kunnen we ook niet. Gezien het een houten huis is, lijkt het me ook niet verstandig. Verderop kom ik mijn oude ‘schuilplek’ tegen, de kastanjeboom en de tuinkassen zijn verdwenen. Ik loop terug naar het huis, schiet wat foto’s en film hetgeen ik nodig heb. Kijkend naar het huis gaan de herinneringen terug naar vroeger. Samen met mijn zus spelen bij het beekje, die verschrikkelijke toilet dat gewoon een gat in de grond was, samen met mijn overgrootopa kastanjes verzamelen en de gezellige avonden waarin we met een huiskamer vol mensen ‘Abendbrot’ aten. Ruim dertien jaar na mijn laatste bezoek lijkt het alsof we terug in het DDR tijdperk zijn, maar helaas is er geen levendigheid. Ik stap weer in de auto, start de auto en rijd door naar Leipzig. Door de achterspiegel kijk ik nog naar het huis dat langzaam achter de bomen verdwijnt. Zou dit de laatste keer zijn dat ik dit huis zie?
Ik ben benieuwd of jullie ook een speciale plek hebben waar jullie fijne herinneringen aan hebben uit jullie jeugd? En ben je er later nog eens teruggekeerd?